top of page

Japans voor beginners 

  1. Ichi (一)

  2. Ni (二)

  3. San (三)

  4. Shi (四) of Yon (四)

  5. Go (五)

  6. Roku (六)

  7. Shichi (七) of Nana (七)

  8. Hachi (八)

  9. Kyuu (九) of Ku (九)

  10. Juu (十)
     

Deze getallen worden vaak gebruikt in de dojo voor telcommando's, zoals bij het tellen van herhalingen of in kata.

We tellen tot tien 

Belangrijke Japanse Woorden in Shotokan Karate

  1. Dojo (道場)
    Betekenis: De trainingsruimte of -zaal waar karate beoefend wordt. Het is een plek van respect en discipline.

  2. Sensei (先生)
    Betekenis: Leraren of instructeurs. Het woord "sensei" wordt gebruikt voor een persoon die de vechtkunst onderwijst en die respect verdient.

  3. Kihon (基本)
    Betekenis: Basisprincipes of fundamentele technieken. Dit verwijst naar de basisoefeningen die essentieel zijn voor het leren van karate.

  4. Kata (形)
    Betekenis: Gevechtsvormen of stijloefeningen. Kata is een reeks van vastgelegde bewegingen die de technieken in een gevecht simuleren.

  5. Kumite (組手)
    Betekenis: Gevechtstraining. Kumite kan variëren van gecontroleerde gevechten (zoals in sparring) tot meer vrij gevecht.

  6. Zuki (突き)
    Betekenis: Stoten. Dit is de term voor een techniek waarbij een vuist wordt uitgestoken, zoals oi-zuki (vooruitstoot) of gyaku-zuki (terugstoot).

  7. Geri (蹴り)
    Betekenis: Trappen. Dit verwijst naar de trappen die worden gebruikt in karate, zoals mae-geri (voorwaartse trap) en yoko-geri (zijwaartse trap).

  8. Uke (受け)
    Betekenis: Blokkeren. Dit is een techniek waarbij een aanval van een tegenstander wordt geblokkeerd of afgewend. Voorbeelden zijn gedan-barai (laag blokkeren) en age-uke (opwaarts blokkeren).

  9. Rei (礼)
    Betekenis: Groet of eerbetoon. Het wordt gebruikt om respect te tonen voor je tegenstander, de leraar en de dojo. Het woord wordt vaak gebruikt bij het begin en einde van de training.

  10. Kihon Ippon Kumite (基本一本組手)
    Betekenis: Basis één-stap sparring. Een gevecht waarbij één karateka een vooraf bepaalde aanval uitvoert en de andere de aanval blokkeert en beantwoordt.

  11. Jiyu Kumite (自由組手)
    Betekenis: Vrij sparring of vrij gevecht. Dit is een ongescripte vorm van sparren waarbij beide karateka’s vrijheid hebben in hun aanvallen en verdedigingen, maar met controle en respect.

  12. Bunkai (分解)
    Betekenis: De toepassing of ontleding van een kata. Dit is het analyseren van de bewegingen in een kata om te begrijpen hoe deze technieken in een gevecht gebruikt kunnen worden.

  13. Dojo Kun (道場訓)
    Betekenis: De dojo-regels of ethiek. Dit zijn de gedragsregels die de karateka’s in de dojo volgen om respect en discipline te waarborgen.

  14. Heian (平安)
    Betekenis: Rust of vrede. Dit is een reeks van basiskata in Shotokan, bedoeld om beginners de fundamentele technieken bij te brengen.

  15. Bassai Dai (抜塞大)
    Betekenis: Een gevorderde kata in Shotokan die kracht en techniek combineert.

  16. Kanku Dai (観空大)
    Betekenis: Een gevorderde kata die zich richt op vloeiende bewegingen en een breder gebruik van technieken.

  17. Yudansha (有段者)
    Betekenis: Een persoon die een zwarte band heeft, oftewel een gevorderde karateka.

  18. Mudansha (無段者)
    Betekenis: Een persoon zonder graad (meestal een witte band of een beginnende karateka).

  19. Kyu (級)
    Betekenis: Graad of niveau. Dit verwijst naar de gegradueerde niveaus voor een karateka voor het behalen van een zwarte band (bijvoorbeeld 6 kyu voor een blauwe band).

  20. Dan (段)
    Betekenis: Dan-graad. Dit verwijst naar de hogere graden, meestal na het behalen van de zwarte band (bijvoorbeeld 1 dan voor een eerste zwarte band).

De belangrijkste standen in Karate

  1. Heisoku-dachi (平足立ち)
    Betekenis: Sluitstand
    Deze stand is de neutrale houding waarbij de voeten samen staan, met de hielen tegen elkaar en de tenen iets naar buiten gedraaid. Het is een rusthouding die wordt gebruikt om te starten en te eindigen, evenals voor de voorbereiding op andere standen.

  2. Zenkutsu-dachi (前屈立ち)
    Betekenis: Voorwaartse stand
    In deze stand is één been naar voren uitgestrekt, terwijl het achterste been gebogen is. Het gewicht ligt op het voorste been, dat een stevige basis biedt voor aanvallen zoals stoten of trappen. Zenkutsu-dachi is een van de belangrijkste en sterkste standen in Shotokan karate.

  3. Kokutsu-dachi (後屈立ち)
    Betekenis: Achterwaartse stand
    Bij deze stand staat het voorste been gebogen en het achterste been recht, waarbij het gewicht vooral op het achterste been rust. Deze stand wordt vaak gebruikt in defensieve situaties, zoals bij blokkeringen of het terugtreden tijdens kumite (sparring).

  4. Kiba-dachi (騎馬立ち)
    Betekenis: Ruiterstand
    Deze stand wordt vaak "paardrijdershouding" genoemd, waarbij de voeten breder staan dan schouderbreedte en de knieën naar buiten wijzen. De heupen zijn laag en het gewicht is gelijk verdeeld over beide benen. Kiba-dachi wordt gebruikt om kracht en stabiliteit te ontwikkelen, vooral voor trappen en stoten.

  5. Fudo-dachi (不動立ち)
    Betekenis: Onbeweegbare stand
    Deze stand heeft de voeten op schouderbreedte, waarbij het gewicht gelijkmatig verdeeld is over beide benen. Het wordt vaak gebruikt in kata en wordt gekarakteriseerd door een lage, sterke houding die zorgt voor stabiliteit en kracht.

  6. Tadasana (正座)
    Betekenis: Rechthouding
    Dit is een rechtopstaande houding die de basis vormt voor een grote verscheidenheid aan bewegingen. Het wordt vaak gebruikt in de begin- en eindfase van een kata of bij het uitvoeren van een formele groet. De knieën staan dicht bij elkaar en het gewicht is gelijk verdeeld.

  7. Neko-ashi-dachi (猫足立ち)
    Betekenis: Katvoetstand
    Deze stand lijkt op de positie van een kat in rust. Het voorste been is gebogen terwijl het achterste been alleen de teen ondersteunt, wat zorgt voor een snelle verplaatsing. Deze stand wordt gebruikt in kata om snelle bewegingen en flexibiliteit te bevorderen.

  8. Musubi-dachi (結び立ち)
    Betekenis: Bindende stand
    In deze stand staan de voeten iets uit elkaar, met de hielen tegen elkaar en de tenen iets naar buiten gericht. Het wordt vaak gebruikt bij de groet in de dojo en wordt als een rusthouding beschouwd, net als de heisoku-dachi.

  9. Sanchin-dachi (三戦立ち)
    Betekenis: Drie-strijd stand
    Dit is een van de meest robuuste en krachtige standen, waarbij de voeten breder staan dan schouderbreedte en de knieën naar buiten wijzen. Het is een stand die helpt om het hele lichaam te versterken door een combinatie van kracht, ademhaling en concentratie. Vaak gebruikt in de kata Sanchin.

  10. Seiza (正座)
    Betekenis: Eerbiedige zitstand
    Dit is de traditionele Japanse zitstand, waarbij men op de knieën zit met de tenen naar achteren en de handen op de dijen. Seiza wordt vaak gebruikt voor formele ceremoniële doeleinden in de dojo, zoals bij de groet of meditatie.

Contact: 
Eric Verhelle 
0474 87 50 02
eric.verhelle1@telenet.be 

Locatie: 
Sporthal Moorslede
Iepersestraat 52 h
Lokaal gevechtsport 

bottom of page